De oververhittingsbeveiliging is geactiveerd.
Laat de kookplaat afkoelen.
Verhelp de oorzaken van de oververhitting.
Controleer of de kookplaat goed functioneert.
Als het probleem blijft optreden, neem dan contact op met de Service.
De verwarming van een kookzone wordt bij de hoogste vermogensstand in- en uitgeschakeld.
Laat de kookplaat afkoelen.
Verhelp de oorzaken van de oververhitting.
Controleer of de kookplaat goed functioneert.
Als het probleem blijft optreden, neem dan contact op met de Service.
Zet een geschikte pan op de kookzone als u de kookzone wilt gebruiken.
Vul de pan.
De warmteoverdracht van de kookzone naar de pan is op deze manier niet optimaal gewaarborgd. Controleer de bodem van uw pan op oneffenheden (bijv. met een liniaal). U kunt de kookzone anders ook 1 tot 2 standen lager instellen.
Stel de kookzone 1 tot 2 standen lager in.