Eerste hulp bij storingen

Vaatwassen

Controlelampje Watertoevoer/waterafvoer knippert en brandt

Op de vaatwasser knippert en brandt afwisselend het controlelampje Watertoevoer/waterafvoer. Het is mogelijk dat zich water in de spoelruimte bevindt. Er is een fout opgetreden tijdens het toevoeren/afpompen van het water.

De kraan is niet opengedraaid.

Draai de kraan open.

De zeef in de watertoevoer is verontreinigd.

Reinig de watertoevoerzeef:

Gevaar voor elektrische schok door netspanning.

De kunststof behuizing van de wateraansluiting bevat een elektrisch ventiel.

Dompel de ommanteling niet onder in vloeistoffen.

Schakel de vaatwasser uit.

Trek de stekker uit de vaatwasser.

Draai de kraan dicht.

Schroef de watertoevoerklep eraf.

Verwijder de pakking uit de schroefkoppeling.

Pak het staafje van het kunststof zeefje met een combinatie- of punttang aan de opstaande rand in het midden vast en trek het kunststof zeefje eruit.

Reinig het kunststof zeefje onder stromend water.

Plaats het kunststof zeefje en de pakking weer in de schroefkoppeling van de watertoevoerklep. Controleer of het kunststof zeefje en de pakking goed vastzitten.

Draai de schroefkoppeling van de watertoevoerklep stevig op de kraan.
Open de kraan langzaam.
Draai de schroefkoppeling aan als er water weglekt.

Het kunststof zeefje moet nadat het is gereinigd, worden teruggeplaatst.

De watertoevoerslang is geknikt.

Verwijder de knik of lus uit de watertoevoerslang.

Let de komende tijd goed op het knikpunt, omdat de kunststof daar zwakker wordt en het materiaal kan scheuren.

Bij een beschadiging moet de watertoevoerslang worden vervangen.

Neem daarvoor contact op met Miele Service.

De waterdruk bij de wateraansluiting is lager dan 50 kPa (0,5 bar).

Neem contact op met de beheerder of met een installateur.

Er is sprake van een verontreiniging of blokkade in de zeefcombinatie of in de terugslagklep.

Reinig de zeefcombinatie als volgt:

Schakel de vaatwasser uit.
Ontgrendel de zeefcombinatie (1) door de greep naar achteren te draaien .
Verwijder de zeefcombinatie (2).
Verwijder grotere stukken vuil.
Spoel de zeef onder stromend water goed af.
Gebruik daarbij een afwasborstel.
Zorg ervoor dat er geen grove vuilresten in het circulatiesysteem terechtkomen en dat het systeem niet verstopt raakt.
Open het deksel om de binnenkant van de zeef schoon te maken:
- Druk de inkepingen op de greep in de richting van de pijl naar elkaar (1).
- Open het deksel van de zeef (2).
Reinig alle onderdelen onder stromend water.
Doe het deksel weer dicht en laat het vastklikken.
Plaats de zeefcombinatie zo terug dat deze plat tegen de bodem van de spoelruimte aanligt.
Vergrendel de zeefcombinatie door de greep zo ver van achter naar voren te draaien, totdat de pijltjes naar elkaar wijzen.

De zeefcombinatie moet zorgvuldig worden geplaatst en vergrendeld.

Anders komen de grove resten in het circulatiesysteem terecht en raakt het systeem verstopt.

Een vreemd voorwerp (zoals een kersenpit of een klein stukje gebroken glas) kan de afvoerpomp en de terugslagklep blokkeren.

Reinig de afvoerpomp en terugslagklep als volgt:

Schakel de vaatwasser uit.
Trek de stekker uit het stopcontact.
Haal de zeefcombinatie uit de spoelruimte (zie hierboven).
Schep het water met een bekertje uit de spoelruimte.
Druk de vergrendeling van de terugslagklep naar binnen (1).
Til de terugslagklep er naar boven toe af (2).
Spoel de terugslagklep onder stromend water goed af.
Verwijder alle vreemde voorwerpen uit de terugslagklep.
Onder de terugslagklep bevindt zich de afvoerpomp (zie pijl).
Pas op voor glassplinters.
Glassplinters zijn in de afvoerpomp bijzonder slecht zichtbaar.
Verwijder alle vreemde voorwerpen uit de afvoerpomp. Draai met de hand de schoep van de afvoerpomp om te controleren of alles in orde is. De schoep kan alleen schoksgewijs worden gedraaid.
Zet de terugslagklep weer zorgvuldig op zijn plaats.