Water wordt niet afgepompt (G 1xxx–G 6xxx)

Reinig de zeefcombinatie als volgt:

• Schakel de vaatwasser uit.

• 

• Ontgrendel de zeefcombinatie door de greep naar achteren te draaien .

• Verwijder de zeefcombinatie.

• Verwijder grover vuil en gooi het weg.

• Spoel de zeef onder stromend water goed af.

Reinig de binnenkant van de zeef als volgt:

• De zeefcombinatie moet zorgvuldig worden geplaatst en vergrendeld.

• 

• Druk de inkepingen op de greep in de richting van de pijl naar elkaar (1). Houd de grepen ingedrukt en open de afsluiting van de zeef (2).

• Reinig alle onderdelen onder stromend water.

• Sluit de afsluiting van de binnenkant van de zeef weer totdat de vergrendeling volledig vastklikt.

• 

• Plaats de zeefcombinatie weer terug, zodat deze plat op de bodem van de spoelruimte ligt.

• Draai de greep van de zeefcombinatie van achteren naar voren, totdat de pijltjes naar elkaar wijzen.

Neem de terugslagklep eruit. Ga als volgt te werk:

• 

• Druk de vergrendeling van de terugslagklep naar binnen (1).

• Kantel de terugslagklep naar binnen totdat de afdekking kan worden verwijderd (2).

Zet de terugslagklep weer loodrecht van bovenaf terug.

Zorg ervoor dat de terugslagklep naadloos op de rand aansluit.

Reinig de afvoerpomp. Ga als volgt te werk:

1. Pas op voor glassplinters.

   Glassplinters zijn in de afvoerpomp bijzonder slecht zichtbaar.

   Reinig de afvoerpomp voorzichtig.

2. Schakel de vaatwasser uit en trek de stekker uit het stopcontact.

3. Haal de zeefcombinatie uit de spoelruimte.

4. Schep het water met een bekertje uit de spoelruimte.

5. Reinig de afvoerpomp. Ga als volgt te werk:

   • 

   • Druk een kleine spons door de schoep van de afvoerpomp.

   • Verwijder voorzichtig alle vreemde voorwerpen uit de afvoerpomp.

   • Draai met de hand de schoep van de afvoerpomp om te controleren of alles in orde is.

6. 

7. De vergrendeling van de terugslagklep moet volledig vastklikken.

8. Zet de terugslagklep weer loodrecht van bovenaf terug.

   • Zorg ervoor dat de terugslagklep naadloos op de rand aansluit.

9. Plaats de zeefcombinatie weer correct terug.

   • Zorg ervoor dat de zeefcombinatie plat tegen de bodem van de spoelruimte aan ligt.

10. Start het spoelprogramma opnieuw.

11. Controleer of het water wordt afgepompt.

Haal de knik of lus uit de afvoerslang.

Let de komende tijd goed op het oude knikpunt, omdat de kunststof op deze plaats kan scheuren.

Controleer de slang op verstopping en probeer deze los te maken.

Reinig ook de afvoer en sifon ter plaatse.

Neem contact met ons op of boek direct online een reparatieafspraak als de storing blijft optreden.