Door het vacumeren van levensmiddelen is er vocht in het oliecircuit van de vacuümpomp terechtgekomen. Het vocht kan tot minder vermogen van de vacuümstanden leiden.
Voer als volgt een droogproces uit:
Voor het droogproces moet de vacuümkamer leeg zijn. Er mogen zich geen voorwerpen of vloeistofresten in de kamer bevinden.
Reinig en droog de vacuümkamer.
Druk op de sensortoets Start van een droogproces.
Sluit het glazen deksel.
Het droogproces begint. Tijdens het hele proces knippert de sensortoets Start van een droogproces geel.
Je kunt het droogproces met de sensortoets Start van een droogproces afbreken.
Bij afbreking moet het droogproces na afloop van het resterende aantal vacumeerprocessen of als je de inbouwvacumeerlade een volgende keer inschakelt, worden herhaald.
Als het droogproces is beëindigd, klinkt er een signaal en gaat de sensortoets Start van een droogproces uit. Je kunt de inbouwvacumeerlade weer normaal gebruiken.
De laatstgekozen vacumeer- en sealstanden worden op het bedieningspaneel getoond.
