We hebben een goede kans
“We moeten leren om voor ons jonge talent te vechten – net zoals de industrie ons al laat zien hoe we dat moeten doen.”
Interview met Prof. Michael Isfort
Prof. Isfort, hoe staat Duitsland er – mondiaal gezien – voor wat betreft de zorg?
Geen enkel ander land heeft zo’n concentratie verzorgingstehuizen als wij in Duitsland hebben. Duitsland wordt geconfronteerd met zowel een demografisch als een professioneel demografisch probleem op het gebied van thuis- en intramurale zorg. Veel zorgverleners zijn ouder dan 50 jaar. In de komende tien jaar zullen we 30 procent van hen verliezen, en in de ambulante zorg zal zelfs 40 procent van hen met pensioen gaan. De gevolgen zijn extreme druk over de hele linie en een afname van beschikbaar personeel. We waarschuwen hier al jaren voor – soms voel ik me net een klimaatonderzoeker van 15 jaar geleden.
En de zorg in ziekenhuizen?
Internationaal hebben we in deze beroepsgroep de afgelopen jaren een inhaalslag kunnen maken. Tot 31 januari 2021 waren er maximaal 2,5 IC-patiënten per dagdienst en maximaal 3,5 ITS-patiënten per nachtdienst per verpleegkundige; sinds 1 februari 2021 zijn dit respectievelijk 2 en 3 patiënten. Onze medische zorg heeft altijd op topniveau gestaan, terwijl we een ontwikkelingsland zijn wat betreft personeelsbezetting in de verpleging en ver afstaan van bijvoorbeeld Australië en de VS.
Hoe kan het beroep van verpleegkundige weer aantrekkelijk worden?
De branche heeft zijn aantrekkingskracht nooit verloren. Zelfs in de ergste tijden van het coronavirus heeft er geen uittocht uit de zorg plaatsgevonden, zoals door de media werd verwacht. Mensen zijn tevreden met hun baan, maar ze zijn ontevreden over hun werkplek. Dit komt omdat ze niet meer kunnen doen wat ze oorspronkelijk wilden doen. Ze staan onder enorme druk op hun werkplek en daarom schakelen ze over van voltijd naar deeltijd. Dit is een gevaarlijke spiraal, omdat het aantal werknemers hierdoor afneemt en de werkdruk toeneemt – wat weer leidt tot nog meer deeltijdbanen. In klinieken en ziekenhuizen is het aandeel deeltijdwerkers nu 50 procent.
Hoe kan dit worden verbeterd?
Verplichte diensten en planbare vrije tijd – vrije tijd zou echt vrije tijd moeten zijn, zonder de angst in het weekend toch weer te worden opgeroepen. We moeten onnodige behandelingen en operaties vermijden. In een vergelijking voor heel Europa hebben wij de meeste rug-, heup- en knie-operaties. Frankrijk ligt ver achter, maar toch lopen de mensen daar niet mank over straat. Sommige van de operaties die wij uitvoeren zijn onnodig en zouden met een conservatieve behandeling vermeden kunnen worden. Overigens vind ik dit cijfer dramatisch: ziekenhuizen hebben 65 procent meer artsen in dienst dan 25 jaar geleden, maar slechts drie procent meer verplegend personeel. Dat kan niet werken.
Een deel van het probleem is zeker dat er te weinig aanwas is van jonge mensen.
Wij zijn net als elke andere branche, net als elk ander geschoold bedrijf. Op dit moment kan drie tot vijf procent van de jongeren afkomstig uit het algemeen onderwijs worden aangenomen voor de zorgsector. Dat is een behoorlijk percentage. Ik denk dat het onrealistisch is om het verder te willen verhogen, bijvoorbeeld naar zeven procent.
Dan zou alles toch in orde moeten zijn – maar dat is niet zo?
Steeds meer leerlingen volgen het VWO om later te kunnen studeren. In Bonn is dat bijvoorbeeld 50 procent, in Münster zelfs 55 procent. Andere landen bieden het beroep van verpleegkundige aan op universiteiten. In ons land kiezen jongeren met VWO-niveau voor vakken als maatschappelijk werk of pedagogische wetenschappen. Daarom is academisering in de verpleegkunde zo belangrijk om ook hier cursussen en carrièretrajecten te kunnen aanbieden.
De beëindiging van de sociale stage door scholieren maakt de zaken er niet eenvoudiger op.
Dat klopt. En de federale vrijwilligersdienst kan de ontstane kloof niet dichten. Bijna alle mannen in de zorgsector zijn immers via hun sociale stage in het beroep terechtgekomen en hebben het pas in die tijd ontdekt. Ik ook, trouwens. Maar ik denk dat een eventuele sociale dienstplicht fataal zou zijn. Hiermee zou je mensen in de zorgsector binnenhalen die totaal ongeschikt zijn voor het werk en van wie we uiteindelijk de “patiënten zouden moeten redden”. Het is onze taak om jonge mannen op een gerichte manier vertrouwd te maken met het scala aan beroepen in de zorg; er is immers meer dan alleen de traditionele verzorger. Projectdagen op school en een zogeheten Jongensdag zijn hiervoor ideaal. We moeten leren vechten voor ons jonge talent – net zoals de sector dat al doet.
De vooruitzichten voor de toekomst lijken over het algemeen somber. Is er op de middellange of zelfs korte termijn geen oplossing voor het tekort aan geschoolde arbeidskrachten?
We hebben een echte kans – als politici de kwestie op de agenda zouden zetten en exploitanten van seniorencentra niet alleen tehuizen zouden bouwen waarvoor toch al niet genoeg personeel is. Er moeten nieuwe zorgmodellen worden overwogen. In andere landen werken zorginstellingen en lokale overheden hand in hand, en ondersteunen lokale overheden de invoering van nieuwe technologieën met financiële middelen en mankracht in het inrichten van die technologieën. Maar in Duitsland zijn noch politici noch zorgverleners hierin geïnteresseerd.
Over de persoon:
Prof. Michael Isfort doet onderzoek en geeft les aan de Katholieke Hogeschool Noordrijn-Westfalen. De gediplomeerd verpleegkundige is vicevoorzitter van het Duitse Instituut voor toegepast verpleegkundig onderzoek en ontving in 2017 de prestigieuze Duitse prijs voor zorgverleners voor zijn inzet
Dit artikel maakt deel uit van ons klantenmagazine ‘PROconcept’. U kunt de digitale versie van het magazine downloaden.